Recensie: Clock Opera in Rotown
13 oktober 2012, 12:17 | Jeroen
Woensdagavond 10 oktober stond de Britse indie rock band in een, tot mijn verbazing, half gevulde Rotown in Rotterdam. De band geformeerd in Londen door Guy Connelly in 2009. Deze lente verscheen hun debuutalbum Ways To Forget en volgde het eerste optreden in Rotterdam.
Guy Connelly, met bizarre baard en ditto dansjes, is de zanger, maar neemt ook het aansturen van samples en een enkel gitaarstuk voor zijn rekening. Hij wordt bijgestaan door Andy West op bas en gitaar, Che Albrighton neemt de drums voor zijn rekening en Dan Armstrong de keyboards, samples en ondersteunende vocalen.
Na een lange intro vol samples, ruis en anticipatie trapt de band af met White Noise. Wat opvalt is dat Connely een uiterst energieke, expressieve zanger is met een warme volle stem en een flink bereik. Ook valt op dat het geluid flink overstuurd wordt en veel te hard staat voor de best kleine Rotown.
Snel wordt de bas van West ingeruild voor een (Fender) Telecaster en wordt het ook vrij stevige nummer Man Made ingezet. Het moge nu wel duidelijk zijn, de vergelijking die op de Rotown website te lezen was Klinkt als: Elbow in de mix met electronica gaat live niet op. Het klinkt als een soort 80’s revival band met een gemoderniseerd randje van elektronica. Er zijn diverse invloeden te horen, die variëren van new wave tot synth pop.
Het zilveren servies van oma komt tevoorschijn voor A Piece Of String. Er wordt een leuk effect gecreëerd door op de pannen, deksel en potten het ritme aan te slaan. Het volume heeft helaas nog nog steeds geen aangenaam volume bereikt. Het valt op dat de toe-toe-doe’s en ah-ah-aah’s met enige regelmatig er vrij lastig uitkomen. Dat hoeft niet echt op te vallen, ware het niet dat deze in bijna ieder nummer wel een keer voorkomen. Ook heeft de zanger de lat vrij hoog gelegd voor zijn uithalen, die hij vaak een stuk korter doet dan op het album. Maar het moet gezegd worden: De band geeft zich helemaal! En die energie is aanstekelijk.
Tijdens het eerste praatje verteld Connelly nog niet eerder in Rotterdam te zijn geweest en dat dit de eerste keer is dat er geen voorprogramma aanwezig is. Als ze dit hadden geweten hadden ze zich verkleed en als incognito bandje zelf een voorprogramma gespeeld. Tenslotte bedankt hij het publiek dat er zo veel mensen zijn gekomen, of dit sarcastisch bedoeld was, was niet duidelijk. In het publiek valt op te merken dat er mensen op zoek zijn naar dat ene nummertje: “Dit is ‘m he!? Nee toch niet, maar het klinkt wel lekker he?” hoor ik achter me.
Dan volgt The Last Buoys en valt op dat de zang hoog en nu wel zuiver is. De jaren ’80 herleven! Een aanstekelijk geheel van toetsen, mid-tempo ritmes en samples, gebracht door vier hip geklede knullen. 11th Hour wordt opgedragen aan the audience and that is you. Een mooie intro loopt over in een explosieve afsluiting. Terwijl Connelly manisch stuitert over het podium terwijl hij het reffrein tell the others in de microfoon schreeuwt, klinkt een aan een house beat grenzende zware drumlijn ondersteund door strakke samples. Voor het eerst valt op dat de geconcentreerde en uiterst serieus kijkende toetsenist ook kan lachen en wat interactie met het publiek heeft.
Het aanwezige publiek wordt getrakteerd op een prachtig b-kantje met de naam Let Go The Lifeboats. Een intiem, maar erg indrukwekkend nummer. Move to the Mountains volgt en komt live goed goed tot zijn recht, met zijn dreunende drums. Met een grootsheid die ook bij Arcade Fire te horen is. Prachtig!
Als Once And For All wordt gespeeld wordt duidelijk dat dit de single is waar men naar op zoek was. Voorafgaand verteld Connelly dat dit het eerste nummer is dat de band ooit schreef en (ook al worden de hoogste noten in het nummer net niet gehaald) wordt met veel intensiteit gebracht. De zanger lijkt het nummer ook echt heel veel te doen. Een wederom prettig gerekte opbouw naar uitermate dansbaar einde volgt voor Belongings. Enige minpunt zijn de eerdergenoemde oh-oh-oh-oh-oah’s. Die misschien beter gesampled afgespeeld kunnen worden dan live gezongen. De set wordt afgesloten met een strakke uitvoering van Lesson No. 7 en na het optreden van ongeveer 50 minuten maakt het publiek duidelijk kenbaar te maken dat ze nog wel een toegift willen.
Er is weinig nodig voor een toegift. De laatste track van het album, Fail Better, is tevens het allerlaatste nummer van het optreden. De band verlaat zichtbaar tevreden en met een glimlach het podium, na een klein uur spelen.
Verschillende stijlen worden door een fijnzinnige eigenheid aan elkaar gebreid tot een herkenbaar eigen geluid. De stem van de zanger en een mix van traditionele en elektronische instrumenten zijn hier beeldbepalend in. De band weet een goede tussenweg te vinden tussen bekende referenties en experimentele elementen. Dat het live nog niet allemaal foutloos wordt voorgedragen wordt ze dan ook ruimschoots vergeven. Zeker gezien de energieke presentatie.