Recensie: Mowing Club festival in't Paard
9 maart 2013, 15:15 | Jeroen
Vorige week vrijdag, de eerste dag in maart van 2013, was alweer de 3e editie van Mowing Club festival. Het festival dat, zoals organisator Melle de Boer van Smutfish het mij zelf ooit uitlegde, ervoor zorgt dat hij leuke artiesten naar Den Haag kan halen en hij zelf niet ver hoeft te reizen om op te treden. Iedere editie brengt nieuwe muziek naar de stad. De sfeer is uitermate gemoedelijk, de aanwezigen komen duidelijk voor de muziek en er wordt aandachtig geluisterd. Een verademing!
Opener deze avond is Vanessa Peters uit Dallas, Texas. Ze staat zielsalleen op het podium met haar akoestische gitaar en speelt uiterst aangename singer/songwriter muziek. Helaas kan ik er niet veel meer over melden. Ik kwam tegen het einde van haar optreden binnenlopen en heel veel indruk wist ze niet direct op mij te maken. Het klonk allemaal wat veilig, middle of the road, ook tekstueel pikte ik niet direct iets op wat verraste.
Dat was wel anders met de twee heren die een paar minuten later op het podium plaatsnamen. Een stevige en verrassende opening is te horen van het duo Strand of Oaks uit Philedelphia. De drummer ramt hard op z’n kleine kit met resolute slagen en met de toevoeging van de zang en gitaar Tim Showalter zet het duo een vol geluid neer, met veel gevoel. De muziek is uitermate sferisch en alternatief bluesy, met wisselend zware en komische thema’s (zoals de moord op de drugsdealer van John Belushi), welke door het vrij lichte, heldere en directe geluid van een Telecaster gitaar niet zo rauw klinken. Iets wat je bij de verschijning van deze in het zwart geklede heren zou verwachten. Het is leuk om te zien hoe de drummer ieder nummer gepassioneerd meezingt (zonder dat er wat van te horen is). Showalter verteld ook nog even hoe geweldig hij de kans vindt om zo ver van huis te spelen en dat samen met zijn beste vriend. Als je even op het internet zoekt is de blues trouwens wel makkelijk te verklaren; Showalters huis brandde af, zijn verloofde verliet hem en hij woonde daarna een tijd op straat. Het is hun first time in Europe en wat mij betreft niet de laatste keer.
Derde optreden van de avond is van Melle de Boer zijn band Smutfish. Gedurende het optreden worden de nummers ondersteunt door uitgeschreven teksten en tekeningen van Melle, geprojecteerd op een scherm achter het podium. Vaak komisch, maar sowieso allemaal gevat. Het geeft een leuke extra dimensie aan het optreden. Zoals hij zelf tegen het einde van het optreden verteld: Iedereen praatte altijd door m’n liedjes heen tot ik plaatjes erbij ging tekenen, dus nu doe ik het altijd. De muziek van Smutfish laat zich niet makkelijk in een hokje plaatsen. Americana, country noir, blues? De teksten van Melle zijn zo beeldend als wat er achter het podium geprojecteerd wordt. Hij zingt met een intonatie en timing op het niveau van hele grote namen van singer/songwriters die hem voorgingen, denk aan Bob Dylan, Neil Young en Van Morrison. Ieder nummer is verhalend en is als een soort absurd sprookje dat in een paar minuten door je oren en ogen naar binnen wordt geschoven. De muziek wordt daarbij prachtig ingekleurd door het gitaarspel van Dick Zuilhof. Er wordt afgesloten met een nieuw nummer genaamd An Angel, welke wisselend sferisch en heel krachtig, maar zichtbaar met veel plezier, hoe starten we dit nummer eigenlijk?, wordt gebracht.
En dan de band waar ik eigenlijk voor ben gekomen (ook al is de avond nu al een succes te noemen): Elliott Brood uit Toronto, Canada. Pas enkele weken eerder viel mijn eerste kennismaking, hun derde album Days into Years, op mijn deurmat. Een bijzonder aangename kennismaking!
De drie heren starten stevig. Bij het openingsnummer neemt zanger/gitarist Mark Sasso alleen de zang voor zijn rekening. Hij heeft een uitermate rauwe stem. De muziek is country in een modern jasje. Bij het tweede nummer wordt eerst het publiek gevraagd wat meer naar voren te komen, iets wat ik ook altijd wel sfeerbevorderend vind. Were gonna dance tonight! meldt Sasso ons met een grote glimlach op zijn gezicht. Een reeks energieke nummers passeren in rap tempo van deze spraakzame en vrolijke mannen uit Canada. Beide gitaristen zingen beurtelings lead vocals en staan ondersteunen elkaar moeiteloos. Niet vreemd aangezien Sasso en Casey Laforet jeugdvrienden zijn en al 11 jaar het podium delen. Leuk detail is dat drummer Stephen Pitkin ook soms tegelijk drumt en toetsen speelt, ook zingt hij regelmatig mee. Ander grappig detail is dat Laforet het hele optreden zit en schoenloos de effecten bediend om zijn gitaarspel telkens weer van andere tonen te voorzien.
De korte, pakkende intro teksten zijn een waardevolle toevoeging en schetsen telkens het plaatje waar de nummers over gaan of bevatten een komische noot. Als beide heren samen zingen komt de zang mooiste uit. Alleen Sasso is wat hees en rauw, maar de combinatie met Laforet werkt perfect. Ze sluiten af met een cover van een voor mij onbekende en reeds opgeheven Canadese band. Een rustig nummerr, maar eerst moet het publiek gesommeerd worden wat stiller te zijn, want zoals we dat eigenlijk wel gewend zijn wordt er flink doorheen gepraat. Gelukkig wordt daar aardig gehoor aangegeven.
Ondanks dat ik helaas editie nummer twee van Mowing Club heb gemist (hier een recensie van de eerste editie), kan ik melden dat de Mowing Club festivals voor de muziekliefhebbers in het Haagse een hele welkome aanvulling zijn. Melle de Boer programmeert goede bands om zijn avond spelen met Smutfish een muzikale lijst te geven. We kijken nu al uit naar de volgende editie!