Toneel: De Wand door het ITA
22 februari 2025, 16:17 | Jeroen

Marlen Haushofer schreef De wand in 1963 in volle Koude Oorlogstijd, een periode van politieke paranoia en nucleaire dreiging. Regisseur Eline Arbo bewerkte de roman tot een intieme monoloog voor Chris Nietvelt. De wand vertelt het verhaal van een vrouw die in de bergen op een onzichtbare, ondoordringbare wand stuit die haar volledig isoleert van de rest van de wereld en moet zien te overleven in de onherbergzame natuur.
In een bijzondere en intieme publieksopstelling is De wand een meeslepend verhaal over de relatie tussen mens en natuur, over empathie en zorg dragen voor de ander.
De wand is van 6 t/m 22 maart en van 17 t/m 27 april te zien in Internationaal Theater Amsterdam.
De wand
Het boek is de neerslag van haar schrijven waarmee ze na tweeënhalf jaar in volkomen isolement is begonnen in de hoop haar taal en denkvermogen intact te houden. Het zorgvuldig optekenen van haar overlevingsstrijd en de zorg voor de dieren en de natuur houden haar in leven. Door het boek het verslag te laten zijn, en dus ook een terugblik op de voorbije 2,5 jaar, ontstaat een ingenieus spel met de tijd.
Marlen Haushofer schreef De wand in 1963 in volle Koude Oorlogstijd, in een periode van politieke paranoia en nucleaire dreiging. De postapocalyptische roman ontleent zijn kracht aan de indringende beschrijving van het symbiotische samenleven van mens en dier. Zonder enig spoor van sentimentaliteit slaagt Haushofer erin duidelijk te maken dat empathie en ethiek de vertelster in leven houden. De omgang met de dieren en haar behoefte om goed voor hen te zorgen, geven haar bestaan zin. Jagen, doden, villen en slachten zijn een noodzakelijk kwaad voor de vertelster. Ze doet het met tegenzin en alleen als ze niet genoeg plantaardig voedsel meer heeft. Maar naast een pleidooi voor compassie met de ons omringende wereld is De wand ook een feminiene robinsonade, het verhaal van de wedergeboorte van een vrouw die los van de maatschappelijke restricties en rolpatronen zichzelf heruitvindt.
‘Als de tijd uitsluitend in mijn hoofd bestaat en ik de laatste mens ben, dan zal er met mijn dood een eind aan komen. Die gedachte maakt me vrolijk. Misschien ligt het in mijn hand om de tijd te vermoorden. Het grote web zal scheuren en met zijn trieste inhoud in de vergetelheid storten. Ze zouden me daar dankbaar voor moeten zijn, maar niemand zal na mijn dood weten dat ik de tijd heb vermoord.’