Recensie: Case Mayfield in Het Paard van Troje
28 maart 2012, 08:00 | Jeroen
Het is donderdagavond en we bevinden ons in een redelijk gevulde kleine zaal van Het Paard in een illuster gezelschap, variërend van hipsters met besnorde bovenlip en geveterde puntschoenen tot vlotte Vutters die met hun minderjarige dochter komen kijken bij die leuke jongeman die zo mooi een liedje zong in DWDD (en zeer waarschijnlijk niet weten dat die leuke jongen dochterlief rode oortjes bezorgt met zijn prettig gestoorde pornopraatjes die hij via twitter de wereld in slingert). Gelukkig voor die meisjes blijft Case deze avond vrij netjes en keert papa onwetend weder naar moeder de vrouw om nog een stevig potje te scrabbelen voor het slapengaan.
Case Mayfield heeft Kim Janssen als voorprogramma gevraagd en deze vult zijn rol met verve in. Hij brengt zijn liedjes klein, slechts zichzelf begeleidend op een akoestische gitaar, waardoor zijn prachtige stem de aandacht krijgt die ze verdient. Alhoewel zijn liedjes zwaar als een molensteen zijn, weet hij zijn korte optreden luchtig te houden met zijn olijke intermezzo’s. Even grapt hij nog dat het tussen hem Case ”een wedstrijdje trage verhalen vertellen” wordt, wat achteraf reuze mee blijkt te vallen. Qua traagheid zal Kim de onbetwiste winnaar blijken. Wij zijn in ieder geval nieuwsgierig geworden naar de ”epische blazers en fluitjes” die hij in zijn hoofd zegt te horen wanneer hij zijn liedjes speelt. Kijk, episch, daar kunnen we wat mee!
Dan is het, met alle respect, dan toch eindelijk tijd voor Case Mayfield, de singer/songwriter die via het Amsterdam Songwriters Guild is opgeklommen uit de hoofdstedelijke krochten der muziek en momenteel één van de meest besproken Nederlandse artiesten is. Een doodgewone jongen, schijnbaar uitgepoept op een mooie lentedag in een veld vol voorjaarsbloesems, die ooit proefondervindelijk achterhaalde hoe vaak een blakende Hollandse jongen op een enkele dag kan ejaculeren en bovendien een bloedhekel aan dierentuinen heeft. Tot zover een biografie. Lets talk music!
Case begint net zo klein als Kim dat deed en brengt met veel gevoel een prachtige versie van You Sure Lost A Lot Of Weight. Even worden we op het verkeerde been gezet en lijkt Case op de trage tred van zijn voorganger door te gaan. Wanneer dan toch zijn band opkomt barst er een experimentele versie van Crooked Waits los, die klinkt als een soort muzikale catharsis. Na afloop wordt er opgelucht adem gehaald door de zanger. Hij is blij dat ‘dit’ eruit is en wij eigenlijk ook. Buiten de lijntjes kleuren is prima, maar je moet niet zo hard krassen dat het papier er stuk van gaat.
Deze eerste twee nummers zijn tekenend voor de rest van de avond. Intense introverte kleine liedjes (Our Mom), worden afgewisseld door extroverte explosies van plezier (Where To Throw The Stone), een Case Mayfield die we tot nu toe niet eerder hoorden. Op plaat is het allemaal een stuk rustiger. Dikwijls gaat de energie tijdens deze uptempo nummers ten koste van de zuiverheid, maar dat geeft zo’n liveshow ook wel weer wat eigens. Toch blijft Case wat ons betreft op zijn best wanneer hij het klein houdt. Helaas worden die momentjes grof verstoord door een indolente suikergoedfallus die al rammelend en slurpend zijn XL cola naar binnen staat te zuigen, maar dat blijkt tegenwoordig meer regel dan inslag te zijn tijdens concerten.
De avond wordt afgesloten met een net iets te lange jam op Tomorrow Is My Slavename, tijdens welke de opvallend grote roedel fotografen en masse de flegmatieke frontman van onder proberen vast te leggen. Waarom is ons nog steeds een raadsel (of het moet het zojuist onthulde gat “in het scrotumgedeelte” van zijn spijkerbroek zijn). Wanneer het applaus weggeëbd is, komt Case nog een keertje terug, om speciaal voor ons een prachtige versie van At All te spelen. Een zanger, een gitaar en een ritmisch tikkende vinger. That’s all. De kracht van de eenvoud. De avond krijgt zo, ondanks het wisselende optreden, toch nog de afsluiting die ze verdiend, waarvoor bedankt.
© Foto’s Jorgen van de Burgt