23 juli 2012, 16:54 | Jeroen

Beste mensen, jullie lezen de voorlopig laatste Renée’s Singles. Het schrijven van deze column is één van de leukste dingen die ik ooit heb mogen doen, maar na ruim een jaar is het tijd om het stokje over te dragen. De Singles gaan gelukkig onverminderd door, maar dan onder de naam Ruud’s Singles, geschreven door niemand minder dan (jawel) Ruud! Ruud is een muziektijger van de bovenste plank, dus ik laat jullie achter in uitstekende handen.

Omdat het mijn allerlaatste column is doe ik lekker helemaal mijn eigen zin met mijn persoonlijke Singles Top Vijf Aller Tijden. Stiekem heb ik er zo natuurlijk nog wel honderd, maar deze vijf komen om uiteenlopende redenen dicht in de buurt. Enjoy!

Singles deze week: The Love Machine, Johnny Cash, Talking Heads, X-ray Spex en The Staple Singers.

The Love Machine – Desperately

Er is maar bar weinig bekend over ‘Desperately’, het beste disconummer ooit. Wat we wel weten is dat The Love Machine bestond uit zeven vrouwen met mooie benen en dat de single in 1977 is uitgebracht, maar daar stopt het zo ongeveer. Het doet er ook allemaal niet toe, het is eigenlijk des te leuker dat we nooit zullen weten wie die dames precies zijn en of ze na hun vlug vervlogen roem weer achter de kassa zijn gaan zitten. Wat mij betreft dansen ze nog steeds ergens rond in hun strakke glitterpakjes, geen dag ouder dan toen. Waarschuwing: als je op play drukt krijg je spontaan zin in een Pink Lady of een Tequila Sunrise, ook al is het acht uur ‘s ochtends.

Johnny Cash – San Quentin

Johnny Cash staat op eenzame hoogte, een unicum, nooit zal er iemand op deze aardkloot rondlopen zoals hij. Dat komt ook omdat de tijd waarin hij groot werd nooit meer terugkomt, de tijd waarin het nog mogelijk was in San Quentin een protestconcert te geven zonder hek tussen artiest en publiek en met alle gevangenen netjes naast elkaar, zonder opstootjes. Als ik me dat in 2012 probeer voor te stellen met de Aryan Brotherhood, de Black Guerilla Family en de Mexican Mafia gezellig in één zaal, dan voorzie ik toch wat minder eendracht en wat meer animositeit. Aan de andere kant, toen Johnny Cash dit concert wilde geven in 1969 dacht ook niemand dat het kon. Wat dat betreft blijven mensen als hij, die het onmogelijke mogelijk maken, goddank altijd bestaan.

Talking Heads – Burning Down The House

Ik ga niet uitgebreid kakelen over de Talking Heads, want iedereen weet al dat ze bovenaardse geweldenaars zijn. Wat een energie, wat een talent en wat een lol hebben ze samen. Mis vooral niet de moves van de gitarist op 3:20. Hoe een persoon zo muzikaal kan zijn en tegelijkertijd zo’n waardeloze danser is voor mij een bron van hilarische verwondering. Heerlijk.

X-Ray Spex – Oh Bondage! Up Yours!

Vroeger toen ik klein was vond ik punkers vies, maar dat was de schuld van Vyvyan van The Young Ones. Mijn kuise kinderbrein kon zijn gewelddadige gorigheid, wat natuurlijk eigenlijk hilarisch was, simpelweg niet verwerken. Nu kan ik die anti-authoritaire rebellie wel waarderen, al ben ik zelf te kuis en conventioneel om er aan mee te durven doen. Ik ken ze nog steeds, de oude punkers van toen, ze zijn niets veranderd in hun radicale manier van denken ook al staan ze nu om zeven uur op om de kinderen naar school te krijgen, in plaats van om zeven uur pas naar bed met een naald in hun arm. De tijden veranderen, maar de mensen niet. De X-Ray Spex zijn misschien niet de bekendste punkband uit die tijd (1977), maar wel de meest bijzondere met hun mixed-race frontvrouw Poly Styrene. ‘Oh Bondage, Up Yours’! Precies ja.

The Staple Singers – Respect Yourself

Iedereen die mijn column al een tijdje leest weet dat ik een soft spot heb voor de onnavolgbare Mavis Staples. Dit filmpje is waar mijn adoratie mee begonnen is. The Staple Singers (inclusief de inmiddels overleden Pops Staples) treden hier op voor het Wattstax Music Festival in 1972, een memorial festival voor de rellen in de Watt buurt in Los Angeles. Sommigen menen dat dit concert het zwarte antwoord was op Woodstock en kaartjes kostten slechts 1 dollar zodat geld geen bezwaar was voor iedereen die erbij wilde zijn. Het ziet er in ieder geval uit als iets waar ik HEEL graag bij had willen zijn, maar helaas bestond ik toen nog niet. Gelukkig kunnen we het allemaal herbeleven in de schitterende, Golden Globe winnende documentaire Wattstax van Mel Stuart. Dit Youtubetje is daar een stukje van, en het nummer ‘Respect Yourself’ ongeveer de essentie van waar het Wattstax Festival voor stond.



Share |

Gerelateerde artikelen